Klassiekers

De eerste klussen zitten er alweer op. Het is net of ik nooit ben weggeweest. En het is ook net alsof de rest van de timmermannen en schilders nooit zijn weg geweest. Verf bladdert nog op dezelfde plekken, dezelfde vochtproblemen, kozijnen rotten nog op dezelfde plekken. Er lijkt niets nieuws onder de zon. De oorzaken hiervan zijn nog steeds dezelfde als 20 jaar terug en de oplossingen zijn ook nog niet veel veranderd. Zo trof ik houtrot aan precies daar waar je het verwacht: onder in de hoek van een gevelkozijn. De klant wou dit graag gerepareerd hebben. Dit begint dan met twee dingen. Het verwijderen van het aangetaste hout plus tien centimeter van het gezonde hout en het vaststellen van de oorzaak van de houtrot. Eén van de voorwaarden die houtrot nodig heeft is vocht. Dus ga ik op zoek naar vocht en de verklaring van dat vocht. In dit geval vond ik een klassieke bron namelijk; Een dikke roestende spijker die onder in het kozijn was geslagen om de staander aan de onderdorpel te verbinden. Deze spijker kan erg goed temperatuur geleiden. Als het buiten kouder wordt zal de spijker ook koud worden. Het omringende hout geleidt de kou veel slechter en blijft dus een stuk warmer dan de ijzeren spijker. En iedereen die een bril draag weet wat er gebeurt met koude voorwerpen in een warme omgeving: Er ontstaat condens op. Zo ook op de spijker. Deze zal daardoor gaan roesten. En wist u dat roest 7x meer volume heeft dan ijzer? Dat betekend dat een spijker met een doorsnede van 4mm zomaar 2,5 cm dik kan worden. En wist u ook dat roest erg poreus is en dus ook als een spons vocht in het kozijn kan zuigen? Tel al deze zaken bij elkaar op en het wordt duidelijk dat zo'n dikke spijker een uitstekende bron van vocht is in een kozijn en daarmee uitstekende voorwaarden voor houtrot creëert. Eigenlijk moet zo'n spijker er dus uit. Hierdoor gaat dan wel weer het verband in het kozijn verloren en moest ik zoveel in het kozijn ingrijpen dat in feite de hele onderdorpel vervangen zou moeten worden en ook een groot deel van de staanders. Een erg ingrijpende en dure grap waar de klant niet op zit te wachten. Ik heb er daarom voor gekozen om de spijker te laten zitten maar hem volledig te isoleren met de epoxyhars waarmee de reparatie wordt uitgevoerd. Als de spijker nu koud wordt zal hij niet meer gaan roesten omdat hij luchtdicht is ingepakt in epoxy en er dus geen zuurstof meer bijkomt. Het is niet zoals je het leert op school, maar het werkt prima. Soms moet je creatief zijn. En als je dit dan kunt koppelen aan de juiste achtergrondkennis van een probleem blijft het schildersvak altijd weer uitdagend. Blij dat ik weer terug ben in het vak!

Lang verhaal…

 

Verf is giftig. Verf is chemisch. Verf is vies. En zo is het!

Kortste blog ooit.

 

Dat zou zo kunnen zijn als dit het hele verhaal over verf was. Maar dat is dus niet zo. Met hetzelfde gemak kun je namelijk zeggen: Verf verduurzaamt, maakt bouwen met biologisch bouwmateriaal mogelijk en het ruikt nog lekker ook!

Al het bovenstaande is waar. De vraag van deze vlog wordt dus: Is schilderen duurzaam?

Antwoord: Ja.

Is het toch nog een mooi kort verhaal geworden? Nou, nee...

 

U heeft vast wel zo iemand in uw kennissenkring. U was nog zo gewaarschuwd: “Begin met Jannes noooit over politiek”. En dat u vervolgens op een verjaardagsfeest de hele avond naast Jannes zat en de hele avond heeft moeten aanhoren hoe erg het allemaal wel niet is. Ik verdenk mij vrienden ervan anderen te waarschuwen om met mij vooral niet over schilderen te beginnen. En gelijk hebben ze.

 

Geen kort verhaal dus…

In het schildersvak verduurzamen we vastgoed met weinig duurzame middelen. Steeds meer mensen zien dit dilemma en vragen zich af of er geen alternatieven zijn voor onze milieuonvriendelijke verven. Als je een stukje terug gaat in de tijd vind je het antwoord. Mijn opa wist mij nog te vertellen over schilders die zelf hun verf maakten van lijnolie en natuurlijke pigmenten. Als verdunning werd plantaardige terpentijn gebruikt (is iets anders dan terpentine). Ik heb menig pand geschilderd waarvan de basis nog uit deze verf bestond. Deze lagen zijn vaak na meer dan 100 jaar nog uitstekend intact. Kwalitatief dus super hoogwaardig en volledig natuurlijk. Natuurlijk waren er ook nadelen. Het spul droogde voor geen meter en vergeelde sterk. Vandaar dat de chemische industrie zich op deze lakken heeft gestort om deze eigenschappen te verbeteren. Het resultaat mocht er wezen: alkydhars. Een kunsthars die de goede eigenschappen van lijnolieverf wist te koppelen aan snelle droging, kleurvastheid en glansbehoud. Maar….. er zijn wel allerlei chemicaliën toegevoegd die erg slecht voor het milieu en voor de schilder zijn. Met het groeiend milieubewustzijn van consumenten en strenger wordende wetgeving worden er steeds meer milieuvriendelijker verven op de markt gebracht. Vaak wordt hierbij aan waterverdunbare lakken gedacht. Maar wist u dat veel van deze lakken gewoon ouderwetse lakken zijn die met behulp van wat scheikundig goochelen waterverdunbaar zijn gemaakt? En dat daarvoor soms erg giftige stoffen zoals glycolen worden gebruikt? En dat er erg veel energie nodig is om deze lakken te produceren? Dus het is weer eens ingewikkelder dan we al dachten…

Toch zijn er wel een aantal zaken waar je rekening mee kunt houden.

Iets waarop je kunt letten is hoeveel natuurlijke oliën er nog in een lak zitten. De laatste jaren is dit percentage onder invloed van strengere wetgeving sterk omhoog gegaan. Een mooie graadmeter is het percentage bio-based producten in een lak. Dit zijn natuurlijke grondstoffen die ecologisch verbouwd en recyclebaar zijn. Kanttekening bij het percentage biobased is dat dit met verschillende methodes is vast te stellen, die ook verschillende uitkomsten geven. Maar het geeft in ieder geval wel een indicatie. Maar stel nou dat een lak met een lager biobased percentage een veel langere levensduur heeft? Wat is dan beter?

Lastig, lastig.

 

Maar als u mij uitnodigt op uw verjaardag kom ik graag langs om er nog uren over door te praten!

Net zo lief kom ik bij u langs om een bondig technisch en/of kleuradvies te geven waarbij duurzaamheid nadrukkelijk wordt meegewogen.